Nieuws

De ledenvergadering 2024

Op maandag 11 maart 2024  staat de jaarlijkse ledenvergadering gepland om 20.00 uur in café "t Hart van Lieveren" , Centrum 2 te Lieveren. 

Spreker Mieke Wind, presentatie over Natural horsemanship en moeilijkheden bij trailer laden

Fusie onderlinge paardenverzekering Peize en onderlinge paardenverzekering Roden per 1 januari 2018 een feit.

Beide voorzitters links Bouke Jansma (Roden) en rechts Jan Dinkla (Peize) en notaris Van der Woude met de net getekende officiële documenten.

Artikel uit "de Krant" 23 mei 2018

Fusie tussen twee van de oudste instituten van Noordenveld

‘We hopen nog honderd jaar door te kunnen’

PEIZE/RODEN – Een bijzondere fusie in Noordenveld. Hier zijn namelijk twee van de oudste instituten van de gemeente, samengevoegd in één maatschappij. Het gaat hier om de fusie van de paardenfondsen van Peize en Roden, die respectievelijk sinds 1897 en 1899 zijn opgericht. Per 1 mei 2018 zijn deze oude fondsen verder gegaan onder de naam ‘Onderlinge Paardenverzekering Maatschappij Peize-Roden W.A.’. De ondertekening van de fusie bij Notariskantoor Holland en van der Woude, was vanuit meerdere oogpunten een historisch moment. Hoog tijd om een bezoek te brengen aan het bijna voltallige bestuur van deze maatschappij, die vooral hoopt het hoofd boven water te kunnen houden.

In Peize treffen we Jan Dinkla, Albert Wilkens, Jan Feringa, Bouke Jansma, Geert Pater en Jan Westerhof. Al jaren begeven zij zich tussen de paarden en al jaren zijn ze aangesloten bij een paardenfonds. Want zo ging dat, vroeger. Als je een paard bezat, was je lid van een paardenfonds. Zowel Peize als Roden hadden tot voor kort hun eigen paardenfonds, maar de bestuursleden hebben de handen ineengeslagen. Een paardenfonds is – kort gezegd – een verzekering voor je paard. Vroeger, voor het bestaan van het fonds, waren paarden namelijk zelden verzekerd, maar werden ze wel heel veel gebruikt. ‘De boeren hadden allemaal een paard en de bakker had een paard. Met de opkomst van paardenfondsen, konden de werklieden hun paard verzekeren. Tot aan de jaren ’50 en ’60 werden paarden voornamelijk voor het werk gebruikt, daarna kwam de mechanisering op gang’, legt Jan Dinkla uit.

Dinkla was de voorzitter van het paardenfonds van Peize en is nu de voorzitter van de nieuwe maatschappij. Hij vertelt wat de paardenfondsen precies doen. ‘Eenieder die zijn paard of pony wil verzekeren, kan bij ons terecht. Het paard wordt dan getaxeerd en op de waarde van het paard wordt een premie vastgesteld’, zegt hij. Jan Feringa is zo’n taxateur. ‘Twee keer per jaar taxeer ik de paarden. Daar ben ik dan een paar week druk mee bezig. Maar het is hartstikke leuk werk.’ Er zijn in totaal drie soorten verzekeringen mogelijk bij de maatschappij. Zelfs ongeboren veulens kunnen, binnen vier week voor geboorte, worden verzekerd. Daarnaast is er een normale veulenverzekering en natuurlijk eentje voor paarden en pony’s.

De premies van de verzekeringen liggen niet hoog, maar toch zien de paardenfondsen een duidelijke terugloop in het aantal leden. Dat heeft met een aantal factoren te maken. ‘Paardenhouders zien paarden steeds meer als iets wat ze “erbij” hebben, waardoor ze een verzekering soms geen noodzaak is’, zegt Jan Feringa. Jan Westerhof vult hem aan: ‘Sommige mensen nemen liever het risico, dan dat ze een relatief klein bedrag betalen.’ Daarnaast kunnen paarden en pony’s tegenwoordig ook bij de grote verzekeraars worden verzekerd. Maar voor de meer persoonlijke aanpak, kun je bij een paardenfonds terecht. Dat geeft taxateur Jan Feringa ook aan. ‘Als wij een paard taxeren, komt daar ook een stukje zorg bij kijken. Leden kunnen altijd bij ons terecht voor vragen over de zorg voor een paard. Je toetst een paard op gezondheid. Zou weet je direct of alles in orde is. Dat is secuur werk.’

De terugloop in het aantal leden van beide paardenfondsen, heeft uiteindelijk tot een fusie geleid. Dat vinden de beide verenigingen jammer, maar het is noodzakelijk. ‘Voor het voortbestaan van het paardenfonds, is het niet anders. We hopen nu nog eens honderd jaar door te kunnen’, zegt Geert Pater. De aanwezige bestuursleden zitten al tientallen jaren in de paardenwereld en vinden het paardenfonds een belangrijk instituut. De gezamenlijke maatschappij heeft nu nog zo’n negentig leden en driehonderd verzekerde paarden of pony’s. Daarmee is de maatschappij nog wel even toekomstbestendig en stiekem hopen ze zelfs meer leden te werven. Naast de verzekering an sich, is er namelijk ook grote onderlinge verbondenheid. ‘Je merkt wel: als je er eenmaal in zit, ga je er niet zo snel meer uit’, lacht Albert Wilkens. De verbondenheid wordt onder andere vergroot door de jaarlijkse algemene ledenvergadering, waarbij iedereen zijn zegje mag doen. Om de leden te bedanken voor hun lidmaatschap, krijgen zij dan ook meestal een cadeautje.
‘De fusie is meer om de continuïteit van de paardenfondsen te verzekeren. Het draaide allemaal wel prima, maar een samenwerking was nodig om verder te gaan.’ De komende vijftien jaar kan de maatschappij sowieso nog vooruit, schatten zij. Daarna is het afwachten. Hoe ziet de maatschappij de toekomst zelf in? ‘Wat ons betreft gaan wij nog honderd jaren door, maar dat is afhankelijk van het aantal leden dat zich bij ons aansluit.’ Jan Westerhof ziet potentie. ‘Er zijn nog heel veel paarden niet verzekerd, dat heeft er onder andere mee te maken dat er paardenhouders zijn die niet van ons bestaan afweten.’
Geïnteresseerden kunnen eens een kijkje nemen op www.onderlingepaardenverzekeringpeizeroden.nl.

Paardenkeuringen bij de kroeg

Dat de paardenfondsen barsten van historie, moge duidelijk zijn. Aan tafel gaat het gesprek dan ook vaak over vroeger, waarbij er mooie anekdotes over tafel gaan. Zo herinnert Bouke Jansma zich hoe men vroeger de paarden lieten taxeren bij de kroeg. ‘Dat was heel gezellig. Kwamen alle boeren van het dorp samen om hun paard te laten taxeren. Die zagen dat vaak als een uitje!’, zegt hij. Jan Westerhof vult hem aan. ‘De paarden zagen het ook als een uitje. Want terwijl de boeren binnen zaten, konden zij rustig buiten staan en hoefden ze tenminste niet te werken.’
Tegenwoordig komt de maatschappij dus zelf bij de boeren eigenaren langs, om de paarden op waarde te schatten. ‘Dat is ook vaak gezellig hoor’, zegt Jan Feringa. ‘Vaak wordt je dan nog uitgenodigd voor wat drinken, maar dat sla ik meestal af. Autorijden en drinken gaat niet samen natuurlijk.’